Harrie van den Hout startte met de stichting Poor People’s Fund samen met zijn vrouw Lucie na zijn ervaringen in de noodhulp in grotendeels door een aardbeving verwoeste Virika hospital in Fort Portal, Oeganda. Sinds zijn co-schap tropenziekten in 1967 was hij verknocht aan Afrika en dus ging hij na een opleiding tot tropenarts van juni 1969 tot juni 1972 samen met zijn vrouw Lucie aan de slag in Bukumbi in de Mwanza Region van Tanzania, uitgezonden door de later met Memisa gefuseerde organisatie Medicus Mundi. Afrika bleef sluimeren en toen hij in 1995 met vervroegd pensioen kon heeft hij meteen zijn diensten als vrijwilliger aangeboden aan Memisa(later Memisa/Cordaid). Die organisatie stuurde hem in 1996 naar Oeganda, in 1997 naar Kabanga bij Kasulu in de Kigoma Region in West-Tanzania,waar een groot vluchtelingen probleem was van mensen uit Congo en Burundi. In 1998 werd hij met Lucie gezonden naar Lubwe Mission Hospital in Samfya District in Noord-West Zambia en in 1999 en 2000 naar Our Lady’s Hospital in Chilonga in midden Noord-Zambia. Op al die posten kwam hij in aanraking met noden, waaruit naast opleidingen ook andere kleine projecten ontstonden. Zo werden in Kabanga klamboes gemist in de kinderafdeling, waar uitgebreid malaria voorkwam. In Lubwe ging de watervoorziening van het ziekenhuis stuk, ontbraken matrassen op de meeste bedden en kon het schooltje wegens geldgebrek niet voorzien worden van een dak. In Chilonga kon hij als directeur fijn samenwerken met Pauline Borsboom, die daar tot op heden nog steeds prachtig werk doet, en waarmee Poor People’s Fund de documentaire film over VVF heeft gemaakt. In Chilonga waren veel weeskinderen, mede verzorgd door de Sacred Heart Sisters, waar Lucie zich toen ook sterk voor heeft ingezet. Die bleven steun nodig hebben, waarbij later de zorg is verplaatst naar Mpika, waar de vele honderden weeskinderen ook mede zorg krijgen van de stichting Muli Shani uit Delden. Harrie’s bezoek aan Chilonga in oktober-november 2011 heeft hem geconfronteerd met het verschrikkelijke leed van de vrouwen met VVF, waar gelukkig een sterk gemotiveerd team met Pauline Borsboom en Michael Breen de operatieve oplossing biedt. Die oplossing biedt zoveel vreugde aan jonge vrouwen, dat het na die ervaring alles waard blijkt om zich voor in te zetten. Vandaar dit laatste grote project, dat we naast de bestaande projecten met goedgeefse donateurs willen blijven steunen.
Jos Rooyackers, geboren op 9 maart 1959, was van 1991 tot 2005 werkzaam als longarts bij het Universitair Longcentrum Dekkerswald te Groesbeek / UMC St. radboud te Nijmegen. Hij is gepromoveerd op het onderwerp longrevalidatie bij patiënten met ernstig COPD. Vanaf 2005 is hij voorzitter van het bestuur van de Stichting Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL), gevestigd te Utrecht. Het NKAL is actief op het gebied van klinische arbeidsgeneeskunde door kennis te ontwikkelen, te verspreiden en te implementeren op het gebied van diagnostiek, behandeling en preventie van arbeidsrelevante longaandoeningen. Het NKAL werkt intensief samen met het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Universiteit Utrecht en de Divisie Hart en Longen van het UMC Utrecht.
Jos Rooijackers kent Harrie van den Hout sinds hij in 1987 begon met de opleiding tot longarts in het Medisch Centrum Dekkerswald in Groesbeek: “Gedurende enkele jaren was Harrie mijn supervisor op de afdeling in Dekkerswald, waar ook patiënten met tuberculose werden behandeld. Van hem heb ik niet alleen het vak geleerd, maar ook om zelfstandig te werken. Later in mijn opleiding nam ik regelmatig voor hem waar in het Maas Ziekenhuis in Boxmeer, waar Harrie ook werkzaam was, als enige longarts. Natuurlijk vertelde hij veel over zijn ervaringen in Uganda en Tanzania. Het was snel duidelijk dat hij de mensen daar precies zo benaderde als ik: de ander staat bij hem centraal, laat hij in zijn of haar waarde, terwijl hij alle ruimte geeft tot zelfstandige ontwikkeling of het maken van je eigen keuze. Dat kon ook wel een spanning opleveren met collega’s, maar ook patiënten, als die daar niets mee deden. Hij verwacht iets van je. Mijn betrokkenheid bij zijn activiteiten en het PPF dateert al uit die tijd. Bestuurslid van het PPF was een logische volgende stap.”
Madelon werd op 16 augustus 1969 geboren in Tanzania. Inmiddels is zij getrouwd en heeft zij drie kinderen. In Nederland is zij onder andere commercieel adviseur particulieren bij de ABN AMRO bank geweest en nu werkt zij al sinds 2010 als docent Economie op het Stedelijk college Henegouwenlaan.
Madelon is via Harrie van den Hout betrokken geraakt bij Poor People’s Fund: “Mijn betrokkenheid bij het Poor People’s Fund is natuurlijk gelegen in het feit dat het opgericht is door mijn ouders. Daarnaast ben ik geboren in Tanzania, hetgeen toch een speciale band met Afrika schept.
Vanuit mijn werkkring is mij duidelijk hoe belangrijk opleiding en educatie in het algemeen zijn voor kinderen, alsmede een gezonde leefsituatie. Daarin kunnen bijdragen is een uitdaging en privilege.”